1. Temperatuur- en ventilatie-indicatoren
Indicator temperatuur verwarming bestuurder (1): Geeft de ingestelde temperatuur voor de bestuurder weer.
Indicator ventilatiesnelheid (2): Toont de actuele ventilatiesnelheid.
2. Comfortfuncties: Stoel- en stuurverwarming
Activeringsknop stuurwielverwarming (3): Verwarmt het stuur voor extra comfort bij koud weer.
Activeringsknop stoelverwarming bestuurder (4) en passagier (6): Verwarmt de voorstoelen.
3. Airconditioning en verwarming
Inschakelen van de airconditioning (5): Handmatige activering van de airco.
Activeringsknop voor de "A/C MAX"-functie (11): Zorgt voor maximale koeling door de temperatuur op het laagste niveau in te stellen, de luchtstroom te maximaliseren en de luchtkringloop in te schakelen.
4. Ontwaseming en ontdooiing
Voorruit ontdooien/ontwasemen (7): Richt de lucht op de voorruit om beslagen ruiten snel helder te maken.
Achterruitverwarming en -ontwaseming (14): Verwarmt de achterruit en, indien aanwezig, de buitenspiegels.
Functie "Helder zicht" (15): Activeert een snelle ontwaseming/ontdooiing van de voorruit, achterruit, zijruiten en buitenspiegels.
5. Luchtverdeling en ventilatie
Indicator luchtverdeling interieur (8): Geeft de actieve luchtstroomrichting weer.
Regeling van de luchtverdeling (10): Bepaalt handmatig hoe de lucht wordt verdeeld in het interieur (bijvoorbeeld naar de voetenruimte, ventilatieroosters of voorruit).
6. Bediening van het klimaatsysteem
Systeem uitschakelen (9): Schakelt het klimaatsysteem volledig uit.
Ventilatiesnelheid aanpassen (16): Handmatig verhogen of verlagen van de luchtstroom.
Regeling van de temperatuur (17): Handmatige instelling van de temperatuur voor de bestuurder.
7. Automatische klimaatregeling
Het systeem regelt automatisch de ventilatiesnelheid, luchtverdeling en temperatuur op basis van de geselecteerde modus:
AUTO-modus (13): Optimaliseert het comfortniveau afhankelijk van externe omstandigheden.
SOFT-modus: Biedt een stillere en geleidelijke temperatuurregeling.
FAST-modus: Versnelt de luchtstroom voor een snellere aanpassing van de temperatuur, ideaal voor passagiers achterin.
Advies: Zet de airconditioning uit wanneer de buitentemperatuur comfortabel is om de actieradius te maximaliseren. Meer hulp nodig, check deze website van Renault.