De ruitenwisserbediening kan worden gevonden rechts achter het stuur.
A. Een enkele wis beweging:
Druk kort op de schakelaar 1 om de ruitenwisser één keer te laten wissen.
B. Uit:
De ruitenwissers zijn uitgeschakeld.
C. Wissen met intervallen:
De ruitenwissers vegen met tussenpozen van enkele seconden. De duur van het interval kan worden aangepast door de ring 2 te verdraaien.
D. Langzaam continu wissen:
De ruitenwissers werken ononderbroken met een lage snelheid.
E. Snel continu wissen:
De ruitenwissers werken ononderbroken met een hoge snelheid.
Bijzonderheid
Tijdens het rijden passen de ruitenwissers automatisch hun snelheid aan wanneer de auto stopt:
De wisfunctie schakelt over van snel continu wissen naar langzaam continu wissen.
Zodra de auto weer begint te rijden, hervatten de wissers hun oorspronkelijke snelheid.
Elke handmatige actie op de schakelaar 1 overschrijft en annuleert de automatische functie.
Ruitensproeier
Voorruit sproeien
Contact aan: trek de schakelaar 1 naar u toe en laat los.
Bij een korte drukbeweging wordt de ruitensproeier geactiveerd en maken de ruitenwissers enkele wisbewegingen.
Door langer te trekken, sproeit de ruitensproeier intensiever en maken de ruitenwissers twee wisbewegingen, gevolgd door een derde na enkele seconden (druppel-wisfunctie).
Ruitenwisser/-sproeier achter
Achterruitwisser
Uit: De achterruitwisser is uitgeschakeld.
Wissen met intervallen: De ruitenwisser beweegt met tussenpozen van enkele seconden. De frequentie past zich aan op basis van de snelheid van het voertuig.
Langzaam continu wissen: De achterruitwisser werkt ononderbroken op lage snelheid.
Om de werking te stoppen, draait u de ring 3 opnieuw naar de uitstand.
Achterruitsproeier
Contact aan: duw de schakelaar 1 van u af en laat los.
Bij een korte drukbeweging sproeit de achterruit en maakt de achterruitwisser enkele wisbewegingen.
Bij een langere drukbeweging activeert u zowel de voor- als achterruitsproeier. De achterruitwisser maakt vervolgens twee wisbewegingen, gevolgd door een derde na enkele seconden (druppel-wisfunctie).
Laat de schakelaar los om de sproeifunctie te beëindigen. De achterruitwisser blijft nog kort werken.